ABR-verzekering komt in het gedrang

Onderstaande case waarbij Geo Vanhecke betrokken werd dateert van 2017 en illustreert dat de toenmalige Richtlijnen Bemalingen uit 2009 reeds reden waren van bezorgdheid. Ondertussen zijn de Richtlijnen bijgewerkt en op het vlak van milieuaspecten uitgebreid (zie kaderstuk).

Naten Van Hemelrijck: “Een aannemer was van plan om een sloop- en heropbouwproject uit te voeren in de dorpskom, gelegen in valleigebied. Het betrof vrij jonge bodems met zanderige lagen, kleilagen en hier en daar organische afzettingen. Dit zijn gevoelige gronden naar zettingen toe. Het bemalingsonderzoek, dat door een studiebureau werd uitgevoerd, omvatte onder meer de zettingsrisico’s. De verzekering, die het dossier had opgevraagd, besliste om de ABR-verzekering op te schorten indien de voorgestelde bemaling zou worden uitgevoerd. De risico’s waren volgens de vorige Richtlijnen Bemalingen, die dateren van 2009, immers boven de grens van het toelaatbare. Op basis van de oude richtlijn vormde dit dus al een reden voor de verzekering om de ABR op te schorten. De lokale VLAREL-erkende bemalingsfirma kende ons via de BVBB (Beroepsvereniging Bronbemalingsbedrijven, nvdr), waarvan wij stichtend lid zijn. Men heeft ons advies gevraagd, waarbij de screening uitwees dat de zettingsrisico’s inderdaad te groot waren. In sommige sonderingen zaten onder meer turflaagjes. We hebben vervolgens een aangepast bemalingsplan uitgewerkt inclusief monitoring en digitale sturing. Hierbij werden zowel het starten en stoppen van de pompen als de niveau- en debietmeting over het geheel bewaakt. Doordat het studiebureau, de aannemer en de bemaler afspraken hebben gemaakt en er een bemalingsplan en communicatieplan opgesteld werden met duidelijk afgesproken taken heeft de verzekering uiteindelijk groen licht gegeven. Het aangepast bemalingsplan zorgde ervoor dat we op een oordeelkundige manier konden bemalen, niet meer water moesten verzetten dan nodig, de zettingsrisico’s effectief gecontroleerd en vermeden werden en het duurdere alternatief, waterremmende wanden, vermeden werd. Dit was in 2017 het eerste project dat we uitvoerden met het oog op onze toekomstige werkwijze.”